Eerste Hulp Bij Fietsongelukken
Haast niet te voorkomen: fiets ongelukken. Dus als het dan toch gebeurd hebben wij hiervoor een protocol opgesteld.
Vooraf
• In elke APP-groep waarin clubverband wordt gefietst, worden de volgende zaken onder de aandacht gebracht:
o Het NTFU-document fietstekens en regels wordt rondgestuurd;
o De regels betreft (verkeers)veiligheid worden rondgestuurd;
o Er wordt gevraagd in de eigen mobiele telefoon onder “noodoproep” ook het nummer te plaatsen waarop iemand gewaarschuwd wordt in geval van nood.
• De wegkapitein (WK) is zichtbaar aan de gele hes of armband, hij heeft een noodaluminium deken bij zich;
• De WK bepaalt en wijst aan wie wat doet bij een ongeval. Denk hierbij aan: wegafzetting, zorg voor plaats ongeval, bellen en/of begeleiden hulpdiensten;
• Inventarisatie van Professionele hulpverleners en EHBO en/of BHV-ers in de groep;
• De wegkapiteins hebben het nummer van de huisartsenpost in hun telefoon.
Bij ONGEVAL
• Het slachtoffer blijft op de plek liggen waar hij ligt, mits hij zichzelf kan verplaatsen;
• De ernst van het ongeval bepaald of de huisartsenpost of het noodnummer 112 wordt gebeld, n.b. bij levensbedreigende situatie, breuken of het falen van één der vitale functies* wordt onmiddellijk 112 gebeld. (De telefoon van de beller blijft evt. aanstaan voor de locatiebepaling en begeleiding vanuit de alarmcentrale)
• Wanneer er alleen schade aan de fiets is waardoor verder rijden niet mogelijk is, dan wordt een familielid of kennis gebeld voor verder vervoer;
• Na aanroepen van de hulpdiensten wordt in overleg bepaald wie bij het slachtoffer blijft, de rest van de groep fietst door; • Wanneer het slachtoffer zelf doorfietst na het ongeval wordt er eerst gemonitord of er geen gevolgen zijn van het ongeval die een beletsel voor het fietsen zijn.
Nazorg
• Na elk ongeval wordt het bestuur op de hoogte gesteld en zorgt voor de nazorg, of besteed de nazorg uit aan één der betrokken fietsers in de groep
*) Vitale functies: Bewustzijn, Ademhaling, Circulatie (hartslag)